Fiscaal voordeel kinderen ten laste

Wanneer is een kind fiscaal ten laste ?

Als het op 1 januari van het aanslagjaar deel uitmaakt van uw gezin en als het kind geen eigen bestaansmiddelen heeft die een bepaald bedrag zou overtreffen (inkomen 2022, alleenstaande ouder: 5.040,00 euro).

Moet het kind op mijn adres gedomicilieerd zijn opdat ik het fiscaal ten laste heb ?

Juridisch-technisch is dit niet verplicht maar het wordt wel aangeraden om alle discussie met de fiscus te vermijden.

Wat is nu het fiscaal voordeel van kinderen ten laste ?

Iedere belastingplichtige heeft recht op een belastingvrije som in de personenbelasting, dat wil zeggen: een bedrag van het jaarinkomen dat niet belast wordt. U mag het dus verdienen zonder dat u er belastingen op betaalt.

Voor belastingplichtigen die die een of meer kinderen ten laste hebben stijgt deze belastingvrije som , hetgeen natuurlijk resulteert in het feit dat men meer mag verdienen zonder dat er belast wordt:

Voor de inkomsten van 2022:

Basis belastingvrije som 9.270 euro

1 kind ten laste + 1.690 euro

2 kinderen ten laste +4.340 euro

3 kinderen ten laste + 9.730 euro

4 kinderen ten laste +15.740

Stel u hebt twee kinderen ten laste dan mag u dus (inkomsten 2022) 9.270 euro + 4.340 euro ofwel 13.610 euro verdienen waarop u nul euro belastingen betaalt. Verdient u meer dan zal u onderworpen worden aan de progressieve belastingen op het surplus (op heden schommelen de tarieven van 25%-50%).

Voor elk kind jonger dan 3 jaar (waarvoor geen uitgaven voor kinderoppas worden afgetrokken) stijgt de belastingvrije som nogmaals met 360,00 euro.

Als een ouder als alleenstaande (ongehuwd en niet wettelijk samenwonend) wordt belast met kinderen ten laste dan heeft die ouder (in bepaalde gevallen) recht op een extra toeslag op de belastingvrije som van 1.690,00 euro.

Wat bij fiscaal co-ouderschap ?

Het fiscaal co-ouderschap verdeelt het belastingvoordeel kinderen ten laste. Elke ouder, ook deze die het kind niet fiscaal ten laste heeft, krijgt 50% van de verhoging van de belastingvrije som voor de kinderen ten laste.

Er zal steeds een ouder zijn die aangeeft dat hij de kinderen ten laste is maar dat de andere ouder deelt in het belastingvoordeel en een andere ouder die aangeeft dat hij de kinderen niet ten laste heeft maar wel deelt in het belastingvoordeel.

Opgelet ! Fiscaal co-ouderschap kan enkel als de kinderen even veel bij de beide ouders verblijven. Dit zal moeten bewezen worden aan de hand van een rechterlijke beslissing of uit een geregistreerde of gehomologeerde overeenkomst. Een overeenkomst tussen u beiden die niet werd geregistreerd of gehomologeerd voldoet dus niet aan de voorwaarden. In deze overeenkomst zal heel duidelijk bepaald moeten zijn dat de ouders hebben afgesproken om het belastingvoordeel tussen hen te verdelen.

Kunnen we bij fiscaal co-ouderschap nog aftrek krijgen van door een ouder betaalde onderhoudsbijdragen voor de kinderen ?

Neen, dat kan niet. U moet een keuze maken. Uw adviseur berekent wat in uw situatie het meest voordelig is.

Hoe zit dat nu met de bedrijfsvoorheffing ?

Eenieder die een kind ten laste heeft kan maandelijks een voorschot krijgen op het fiscaal voordeel via een korting in de bedrijfsvoorheffing. Jammer genoeg kan dit op heden nog niet bij fiscaal co-ouderschap. In dat geval zal de ouder die de kinderen niet fiscaal ten laste heeft maar die wel recht heeft op de helft van het belastingvoordeel eerst teveel bedrijfsvoorheffing betalen en dit rechtgezet zien in het aanslagbiljet in de personenbelasting.

Hoe onderhoudsgeld indexeren ?

In de meeste gevallen moet het onderhoudsgeld voor kinderen en een ex-partner elk jaar worden geïndexeerd aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Wie het onderhoudsgeld verschuldigd is moet spontaan het geïndexeerde bedrag betalen. In deze tekst leggen we je uit hoe je dit bedrag berekent.

Hoe begin je eraan ?

Om het geïndexeerde bedrag te kennen heb je de volgende informatie nodig:

  • Het basisbedrag: dat is het bedrag van de onderhoudsbijdrage dat in het vonnis of in de overeenkomst vermeld staat. Bijvoorbeeld: maandelijks een onderhoudsbijdrage van € 200,00.
  • De basisindex: dat is het indexcijfer dat in het vonnis of de overeenkomst staat. Dit is het indexcijfer van de maand vóór de eerste betaling moet gebeuren. Vb. de eerste betaling moest in april 2020 gebeuren. Dan is de basisindex die van de maand maart 2020.
  • De huidige index: dat is het indexcijfer van de maand voorafgaand aan de maand waarin de nieuwe onderhoudsbijdrage moet betaald worden. Vb. De indexering moet gebeuren in april 2021, dan geldt het indexcijfer van de maand maart 2021.

Hoe bereken je het geïndexeerde bedrag van de alimentatie?

De formule om het geïndexeerde bedrag van de onderhoudsbijdrage te berekenen is:

Basisbedrag x huidige index     =     nieuwe bedrag

          basisindex

Een voorbeeld: in het vonnis/overeenkomst is bepaald dat ik maandelijks € 200,00 moet betalen. De eerste keer dat ik dit moest betalen was in april 2020. Hoeveel moet ik betalen in april 2021?

Via het overzicht van de consumptie-indexen berekenen we hoeveel 200 euro (= basisgetal) in januari april 2020, waard is in april 2021.

In maart 2020 was het indexcijfer 109,53 (= basisindex). In maart 2021 was het indexcijfer 110,51 (= huidige index). De berekening is dus:

200 x 110,51 /109,53 =   201,79 euro

Wanneer ?

Het bedrag van de onderhoudsbijdrage moet jaarlijks geïndexeerd worden. Je moet het bedrag telkens indexeren op de eerste dag van de maand waarin je voor het eerst een bijdrage betaalde. Stel dat de eerste betaling doorgaat op 5 oktober 2020, dan moet het bedrag elk jaar daarna op 1 oktober geïndexeerd worden.

Lees er dus je vonnis of overeenkomst goed op na om te weten vanaf welke maand je recht had op de onderhoudsbijdrage/ een bijdrage moest betalen.

Gentse woningmarkt doet scheidende koppels pijn !

Koppels die anno 2022  uit elkaar gaan, worden geconfronteerd met de onbetaalbare stijgende woningprijzen in het Gentse. En dan hebben we het nog niet gehad over de stijgende rentevoeten. Zij hebben samen een woning aangekocht en hiervoor geleend. Bij scheiding regelen de partners ook de woning. De volgende scenario’s zijn dan mogelijk:

  • de woning wordt verkocht;
  • één van beide partners neemt de woning over;
  • of de woning wordt voorlopig in onverdeeldheid behouden (samen aanhouden).

De keuze voor één van deze drie opties is niet eenvoudig: financiële maar ook emotionele motieven spelen mee. Met de actueel stijgende woningprijzen en rentevoeten is het niet steeds eenvoudig om de woning te verdelen bij scheiding.

Partners willen de woning wel behouden of overnemen, maar er is onvoldoende financiële marge om dit mogelijk te maken. Daarenboven ontstaat er ook een discussie over de waarde van de woning en de oplegsom die de ene partner aan de andere zou moeten betalen.  De ene partner wil dan de woning wel aan een lagere  prijs inkopen maar niet aan de uitslaande prijzen die vandaag circuleren terwijl de andere een zo hoog mogelijke prijs wil.

Het komt ook vaak voor dat de (ex-)partners niet de financiële middelen hebben om de woning over te nemen op het moment van de relatiebreuk maar later zou één van hen eventueel wel kunnen.

Of de kinderen hiermee gebaat zijn, is nog een ander verhaal. Beide ouders willen dat de kinderen zo weinig mogelijk last hebben van de scheiding en dat hun toestand zo stabiel mogelijk blijft. Het behouden van de gemeenschappelijke woning is dan een optie.

Door de gezinswoning in onverdeeldheid te houden proberen ouders soms de kinderen voor zoveel als mogelijk in hun vertrouwde omgeving te laten.

De woning in onverdeeldheid houden kan dus een weloverwogen beslissing zijn.

Het behoud van onverdeeldheid komt erop neer dat je als (ex-) partners beslist de woning niet te verkopen of in te kopen, maar ze gewoon in gemeenschappelijk (onverdeelde) eigendom te behouden onder de voorwaarden die daarvoor worden bepaald.

De (ex)partners zijn dan vrij om een overeenkomst van behoud van onverdeeldheid te maken en alle voorwaarden ervan – ook de duurtijd van de onverdeeldheid – samen uit te werken.

Wel is het zo dat de onverdeeldheid niet tot in de eeuwigheid worden voorzien, en dat ze een “wettig belang” moet dienen. Maar verder kunnen de partners in alle vrijheid de voorwaarden van hun onverdeeldheid vastleggen:

  • voorwaarden omtrent de duur van de onverdeeldheid: de partners kunnen overeenkomen om voor een langere termijn dan 5 jaar de verdeling niet te vragen. Er kan een bepaalde termijn worden afgesproken of de partners bepalen bijvoorbeeld dat de woning in onverdeeldheid blijft tot de kinderen hun studies hebben afgerond, of tot dat zij een bepaalde leeftijd hebben bereikt.
  • regelingen met betrekking tot de woning tijdens de periode van de onverdeeldheid:

– wie van de (ex)partners verblijft in de woning, en is daar een vergoeding voor verschuldigd?

– wie lost de hypothecaire lening af, wie staat in voor de premies van de brandverzekering, de onroerende voorheffing?

– wie betaalt herstellingswerken aan de woning?

  • voorwaarden inzake bestemming van de woning nà de periode van onverdeeldheid:
  • wat gebeurt er met de woning na de periode van onverdeeldheid… wordt ze verkocht aan een derde of heeft een van de partners bijvoorbeeld een preferentieel overnamerecht om de woning in te kopen?
  • Aan welke waarde zou dit dan gebeuren?
  • Hoe wordt de verkoopopbrengst verdeeld? Ieder van de mede-eigenaars de helft of zijn er bepaalde vergoedingsrekeningen die op dat moment nog worden afgerekend?

Bij scheidingsbemiddeling overlopen we al deze punten en gaan voor een gedragen beslissing die beide partijen zullen naleven. En nog belangrijker: je zorgt ervoor dat de kinderen verder in de gezinswoning kunnen verblijven en kunnen opgroeien in hun vertrouwde omgeving.

Scheidingsbemiddeling versus klassieke echtscheidingsprocedure.

Jullie zijn aan het scheiden maar kunnen geen akkoord vinden over de huisvestiging van de kinderen, de overname van de gezinswoning etc.

Deze situatie kan leiden tot een ernstig conflict als ze niet snel wordt opgelost.

Je wil jouw rechten afdwingen en overweegt het opstarten van een rechtszaak.

Op zich is dit begrijpelijk.

Een rechtszaak leidt evenwel vaak tot een onherstelbare breuk in relaties met de kinderen, andere partner, schoonouders.

Bij een rechtszaak is het vaak ‘alles of niets’: een proces win je of verlies je.

Als er geen serene dialoog meer mogelijk is, kunnen jullie overwegen om beroep te doen op een neutrale derde, de bemiddelaar.

De bemiddelaar zal via een specifieke methode de gesprekken faciliteren en trachten een akkoord te bereiken. Op die manier vermijd je dat een rechter of arbiter een oplossing oplegt.

Essentie van bemiddeling

  1. Beide partijen verbinden zich er dus vrijwillig en ongedwongen toe om samen een oplossing te vinden voor hun geschil. De partijen kunnen eveneens op elk ogenblik beslissen de bemiddeling te beëindigen.
  2. De partijen doen een beroep op een neutrale, onafhankelijke en onpartijdige persoon: de bemiddelaar. Hij komt niet tussen beiden als advocaat, noch als rechter of arbiter. De bemiddelaar probeert de dialoog tussen de partijen te bevorderen of terug op gang te brengen. Hij luistert naar de partijen en voert met hen een constructieve dialoog. Zo probeert hij de partijen zelf tot een akkoord te laten komen. Naast zijn inzicht in menselijk functioneren blijft de bemiddelaar onafhankelijk, neutraal en onpartijdig.
  3. Alles wat tijdens een bemiddeling wordt gezegd of uitgewisseld (documenten, e-mails, enz.) is in principe strikt vertrouwelijk. De vertrouwelijkheid van de bemiddeling moet tijdens de hele duur nageleefd worden door de partijen en de bemiddelaar, maar ook door derden (vb. een expert). Dat is een van de grote voordelen van bemiddeling. De partijen kunnen vrijuit spreken: wat ze zeggen of schrijven kan niet worden gebruikt buiten de context van bemiddeling.

Wat na de bemiddeling ?

Op het einde van de bemiddeling is het de bedoeling dat de betrokken partijen akkoord gaan. Uiteraard is dat niet altijd het geval en kan de bemiddeling resulteren in een gedeeltelijk of zelfs geen akkoord. Gelukkig stellen we in onze praktijk vast dat meer dan 90% van alle bemiddelingen eindigen in een volledig akkoord. In een absolute minderheid van de gevallen is er slechts een gedeeltelijk of geen akkoord.

Volledig akkoord

Als alle partijen het akkoord hebben ondertekend zijn er twee mogelijkheden:

De partijen stellen zich tevreden met het akkoord.

Een of meerdere partijen willen het akkoord door een rechter laten homologeren.

In familiale zaken is homologatie sowieso aangewezen en in sommige gevallen zelfs verplicht.

Homologatie betekent dat de rechter akte neemt van het akkoord, waardoor het uitvoerbaar wordt en dezelfde gevolgen heeft als een rechterlijke beslissing. Zo zijn alle partijen verplicht de overeenkomst te respecteren.

Gedeeltelijk akkoord

Het kantoor streeft er naar om steeds een globaal akkoord in iedere bemiddeling te bewerkstelligen.

Hebben partijen slechts een gedeeltelijk akkoord dan kan het deel dat niet via een bemiddeling kon worden beslecht door een rechter of arbiter worden beslecht.

Geen akkoord

Indien partijen niet tot een akkoord komen, dan kunnen zij een rechtszaak starten of verderzetten. Hetgeen tijdens de bemiddeling werd besproken en (eventueel) op papier werd gezet blijft vertrouwelijk.

Lees hier meer over de verschillende stappen die je doorloopt tijdens de scheidingsbemiddeling.

Ben ik alimentatie verschuldigd aan mijn ex-partner ?

Alimentatie tussen echtgenoten is een belangrijk onderwerp bij de opmaak van de echtscheidingsovereenkomst.

In een scheidingsbemiddelingstraject bespreken we de mogelijkheden en gevolgen ervan. Het gaat hier om een uitkering tot levensonderhoud van de ex-partner. Dit is dus niet hetzelfde als alimentatie voor kinderen.

Bij een echtscheiding door onderlinge toestemming zijn de echtgenoten vrij om te bepalen hoe ze dit regelen en zijn er dus geen verplichtingen die hen worden opgelegd.

Alimentatie uitsluiten

De ex-echtgenoten kunnen ervoor kiezen om elkaar geen alimentatie te geven. Het uitsluiten van alimentatie is een veel voorkomende keuze bij ex-partners die beiden werken. Zij verwachten vaak enkel alimentatie voor de kinderen. Ex-partners die alimentatie willen uitsluiten kunnen zelfs in de echtscheidingsovereenkomst opnemen dat zij geen enkele mogelijkheid meer hebben om alsnog alimentatie te vragen op een later tijdstip, zelfs indien hun situatie zou wijzigen (verlies inkomsten etc).

Alimentatie opnemen in de echtscheidingsovereenkomst

Wanneer ex-partners kiezen om alimentatie op te nemen in de overeenkomst moeten we alle voorwaarden gedetailleerd opnemen. Wanneer starten de betalingen ? Wat is het maandelijks bedrag ? Wordt er voorzien in een indexatie ? Wanneer stopt de uitkering ? Het is belangrijk om hier heel specifiek te zijn.

Alimentatie tussen ex-echtgenoten komt minder voor dan vroeger. Het blijft wel een goed middel om voor een inkomen te zorgen voor de moeder/vader die bewust thuis bleef om voor de kinderen en het huishouden te zorgen en daardoor de eigen carrièremogelijkheden verminderd zag. Op die manier is er over de echtscheiding heen een beperkte financiële solidariteit mogelijk.

Ex-partners kunnen zelf beslissen hoe ze hiermee omgaan als het een echtscheiding door onderlinge toestemming betreft.  

Hebt u meer vragen over alimentatie. Download gratis onze alimentatiegids.

Complexe echtscheidingen: de gehuwde ondernemer

Heel wat Belgische ondernemers zijn gehuwd.

Bij echtscheiding stellen zij zich de volgende vragen:

  • wie krijgt de aandelen ?
  • hoeveel zijn deze waard ?
  • wat met de financiële reserves in de vennootschap ?

Scheiding van goederen versus gemeenschapsstelsels

Is de ondernemer gehuwd onder een stelsel van zuivere scheiding van goederen, dan stellen zich weinig problemen. Ofwel zijn de aandelen eigen aan één van de echtgenoten ofwel zijn de aandelen eigendom van beide echtgenoten (anders gezegd: onverdeeld).

Is de ondernemer gehuwd onder een gemeenschapsstelsel, dan liggen de zaken iets complexer.

U leest het hieronder.

Beroepsinkomsten moeten steeds toekomen aan de huwgemeenschap

Het is een veelgehoorde stelling in onze praktijk: “het is mijn onderneming dus het zijn mijn inkomsten”.

Deze stelling gaat niet op voor de ondernemer gehuwd onder een gemeenschapsstelsel.

In een gemeenschapsstelsel komen uw bezoldiging, beheersvergoedingen, tantièmes, dividenden, bonussen, premies etc. in principe toe aan de huwgemeenschap. Deze huwgemeenschap wordt bij echtscheiding in de meeste gevallen in twee gelijke delen verdeeld.

U leest het: in een gemeenschapsstelsel bestaat een grote mate aan financiële solidariteit.

Vindt u dit te verregaand ? Spreek er ons over. Er zijn tal van mogelijkheden: van de keuze voor een ander huwelijksvermogensstelsel tot het modelleren van een gemeenschapsstelsel.

Wat als ik mijn inkomen eerder beperkt houd omwille van fiscale optimalisatie, investeringen etc. ?

Dat beslist u als aandeelhouder (meestal) zelf.

Dit doet evenwel geen afbreuk aan de verplichting om uw beroepsinkomsten aan de huwgemeenschap te doen toekomen. Doet u dit niet dan kan dit u bij echtscheiding zuur opbreken.

Waarom ?

Wel, de wet verplicht de echtgenoot-aandeelhouder om aan het gemeenschappelijk vermogen een vergoeding te betalen indien samen voldaan is aan de volgende voorwaarden:

  1. een echtgenoot heeft eigen aandelen
  2. in een vennootschap waarin hij een professionele activiteit uitvoert
  3. en waarin hij zijn arbeid onvoldoende heeft vergoed

Deze vergoeding = de netto-beroepsinkomsten die het gemeenschappelijk vermogen redelijkerwijze had kunnen ontvangen indien het beroep buiten vennootschapsverband was uitgeoefend.

Aldus kan de toepassing van deze wetsbepaling ertoe leiden dat de echtgenoot-aandeelhouder verplicht wordt om (uit diens eigen privévermogen) een vergoeding aan de huwgemeenschap te betalen bij echtscheiding.

In welk geval is er geen vergoeding ?

Indien een echtgenoot zijn professionele activiteit uitoefent binnen een vennootschap waarvan de aandelen, minstens hun vermogenswaarde, tot de huwgemeenschap behoren, dan stelt er zich geen probleem. Logisch: in dat geval delen beide echtgenoten in de waarde van de vennootschap.

Eigendomskwalificatie

Belangrijk is dus dat correct wordt bepaald of de aandelen enkel aan één echtgenoot toebehoren of de aandelen, minstens hun vermogenswaarde gemeenschappelijk is.

In een gemeenschapsstelsel zijn er drie opties: ofwel zijn de aandelen eigen, ofwel zijn zij gemeenschappelijk ofwel is de titel eigen maar de vermogenswaarde gemeenschappelijk.

Een voorbeeld

Oliver is kinesist en Juliette ambtenaar.

Zij zijn gehuwd zonder huwelijkscontract.

Oliver geeft aan te willen scheiden.

Oliver is de enige aandeelhouder van een vennootschap waarin hij zijn beroepsactiviteit uitoefent.

Om uit te maken of er bij scheiding dient afgerekend te worden over deze aandelen moet worden bepaald of de aandelen eigen zijn of de aandelen, minstens de vermogenswaarde ervan gemeenschappelijk is.

Situatie 1

Oliver richtte de vennootschap op voor het huwelijk –> de aandelen maken deel uit van zijn eigen vermogen.

Bij scheiding ?

De vennootschap komt aan Oliver toe. Juliette ontvangt daarvan niets.

Opgelet! Oliver betaalt mogelijks wel een vergoeding aan het gemeenschappelijk vermogen voor ‘gederfde beroepsinkomsten’ (zie verder).

Situatie 2

Oliver heeft de aandelen van de vennootschap geschonken gekregen (zijn ouders waren ook kinesisten maar zijn op pensioen) –> de aandelen maken deel uit van zijn eigen vermogen.

Bij scheiding ?

De vennootschap komt aan Oliver toe. Juliette ontvangt daarvan niets.

Opgelet! Oliver betaalt mogelijks wel een vergoeding aan het gemeenschappelijk vermogen voor ‘gederfde beroepsinkomsten’ (zie verder).

Situatie 3

Oliver heeft de aandelen van de vennootschap geërfd -> de aandelen maken deel uit van zijn eigen vermogen.

Bij scheiding ?

De vennootschap komt aan Oliver toe. Juliette ontvangt daarvan niets.

Opgelet! Oliver betaalt mogelijks wel een vergoeding aan het gemeenschappelijk vermogen voor gederfde beroepsinkomsten (zie verder).

Situatie 4

Oliver richtte de vennootschap op tijdens het huwelijk met eigen gelden (klassiek gaat het om voorhuwelijkse gelden, geschonken of  geërfde gelden, opbrengst van voorhuwelijkse, geschonken of geërfde goederen)–> de aandelen maken deel uit van zijn eigen vermogen;

Bij scheiding ?

De vennootschap komt aan Oliver toe. Juliette ontvangt daarvan niets.

Opgelet! Oliver betaalt mogelijks wel een vergoeding aan het gemeenschappelijk vermogen voor ‘gederfde beroepsinkomsten’ (zie verder).

TIP

Om alle discussie over het eigen karakter te vermijden, adviseren wij u in de vennootschapsakte zelf te noteren dat de vennootschap werd opgericht met eigen middelen, zodat de aandelen die in ruil daarvoor worden verkregen ook eigen zijn. Houd ook het rekeninguittreksel bij waaruit blijkt dat de ingebrachte gelden op rekening van de vennootschap werden gestort vanop een rekening die uitsluitend op naam van de echtgenoot-oprichter stond. Daarbij is het belangrijk dat die rekening enkel eigen gelden bevat, dus voorhuwelijkse gelden, of gelden die tijdens het huwelijk door schenking of erfenis, dan wel uit de verkoop van eigen goederen werden verkregen.

Doet u de storting vanop een rekening waarop arbeidsinkomen wordt geïnd, dan kan dit aanleiding geven tot discussies omtrent de aard van de gelden en de in ruil daarvoor verkregen aandelen, dan wel omtrent vergoedingen die bij de ontbinding van het huwelijk verschuldigd zijn aan de gemeenschap.

Situatie 5

Oliver richtte de vennootschap op tijdens het huwelijk met gemeenschappelijke gelden (klassiek gaat het om opgespaarde beroepsinkomsten) –> de aandelen, minstens de vermogenswaarde is gemeenschappelijk.

Bij scheiding ?

De aandelen, minstens de vermogenswaarde moet worden verdeeld.

Conclusie

U leest het: enkel in situatie 5 zijn de aandelen, minstens de vermogenswaarde gemeenschappelijk.

In de andere gevallen krijgt heeft Juliette geen recht op de aandelen/hun waarde.

Eigen vennootschap én beroepsinkomsten opgepot ?

Dat is perfect mogelijk. In vele gevallen is het zo dat de echtgenoot- aandeelhouder zelf kiest wat hij zichzelf uitkeert als bezoldiging (idem voor dividenden, tantièmes etc)en wat niet. Hetgeen wordt ‘opgespaard’ maakt deel uit van de waarde van de vennootschap en blijft op die manier na echtscheiding in het eigen vermogen van de echtgenoot-aandeelhouder zitten.

Om fiscale of andere redenen kan het verantwoord zijn dat slechts een beperkt inkomen wordt uitgekeerd door de vennootschap aan de echtgenoot-aandeelhouder.

Daarbij mag de echtgenoot-aandeelhouder het volgende evenwel niet uit het oog verliezen:

In gemeenschapsstelsels is de echtgenoot die zijn beroep uitoefent binnen een vennootschap waarvan de aandelen hem eigen zijn, aan het gemeenschappelijk vermogen een vergoeding verschuldigd voor de netto-beroepsinkomsten die het gemeenschappelijk vermogen niet ontving en redelijkerwijze had kunnen ontvangen indien het beroep buiten vennootschapsverband was uitgeoefend.

Niet zelden geeft deze wetsbepaling aanleiding tot discussie tussen de ex-echtgenoten.

De echtgenoot niet-aandeelhouder zal trachten aan te tonen dat de huwgemeenschap inkomsten gederfd heeft.

De echtgenoot-aandeelhouder zal zich trachten te verweren.

Wat o.i. vast staat is dat een vergoeding enkel aan de orde is indien de huwgemeenschap beroepsinkomsten misliep. Zonder verarming geen rechtzetting door middel van een vergoeding. Stel dat de aandelen eigen zijn aan Oliver dan zal Juliette moeten aantonen dat voldaan is aan de toepassingsvoorwaarden van de bepaling. Van Oliver zal verwacht worden dat hij bepaalde informatie meedeelt (zie het nieuwe bewijsrecht). hij heeft hij als geen ander immers zicht op de bezoldigingspolitiek binnen zijn eigen vennootschap.

De wetgever te slim af ?

7 stellingen van onze cliënten met eigen aandelen ontkracht

1.

“Ik ben geen vergoeding verschuldigd want ik ben geen hoofdaandeelhouder. Mijn boer heeft een participatie van 51% in het familiebedrijf”.

Deze stelling is verkeerd.

De wettelijke bepaling stelt nergens dat u eigenaar moet zijn van alle aandelen, evenmin van de meerderheid. Wel integendeel, het is perfect mogelijk dat u een vergoeding verschuldigd bent, zelfs al bent u minderheidsaandeelhouder.

Het is trouwens perfect mogelijk om in dezelfde vennootschap een pakket aandelen voor eigen rekening en een pakket aandelen voor rekening van de gemeenschap te bezitten. In dat geval kan de vergoeding waarvan sprake enkel betrekking hebben op het pakket eigen aandelen.

2.

“Zowel mijn vrouw als ik hebben eigen aandelen in dezelfde vennootschap waarin wij beiden beroepsactief zijn. Ieder behoudt deze aandelen en een vergoeding is uitgesloten.”

Deze stelling is deels verkeerd.

Indien vast staat dat beide echtgenoten een pakket eigen aandelen hebben, dan kan er toch nog sprake zijn van een vergoeding voor ‘gederfde beroepsinkomsten’. De hierboven geschetste oefening zal twee keer moeten gemaakt worden. Daarbij is het lang niet zeker dat er een gelijke uitkomst is. Beide echtgenoten kunnen perfect een andere beroepsuitoefening hebben binnen dezelfde vennootschap waarbij het ene beroep veel meer potentiële inkomsten buiten vennootschapsverband kan opbrengen dan het andere.

3.

“Wij zijn gehuwd lang voor deze wetsbepaling bestond, dus op ons is ze niet van toepassing.”

Deze stelling is verkeerd.

De wetsbepaling is van toepassing op alle koppels die vandaag gehuwd zijn onder een gemeenschapsstelsel. Het is o.i. niet van toepassing op inkomsten gederfd voor 01.09.2018. Uitgesloten is niet dat een gelijkaardige vergoeding wordt gevorderd op basis een andere wetsbepaling.

4.

“Mijn vennootschap is tijdens het huwelijk niet in waarde gestegen, dus deze wettelijke bepaling is niet op mij van toepassing.”

Deze stelling is verkeerd.

De wetgever koos er bewust niet voor om deze voorwaarde op te nemen. Ook wanneer er geen waardestijging is kan u dus geconfronteerd worden met de verplichting tot vergoeding.

5.

“Wij sloten deze vergoeding uit in ons huwelijkscontract”.

Een algemene uitsluiting is o.i. ongeldig. In een gemeenschapsstelsel is het rechtzetten van bepaalde vermogensverschuivingen zodanig essentieel dat u dit principe niet in algemene bewoordingen kan uitsluiten.

6.

“Ik ben geen vergoeding verschuldigd want in het huwelijkscontract is bepaald dat de opbrengsten van eigen aandelen eigen zijn.”

Ondanks het feit dat dergelijk beding geldig is, is deze stelling verkeerd.

Ook in geval van dergelijk beding is een vergoeding niet ipso facto uitgesloten. Wel zal er rekening worden gehouden met het feit dat bv. dividenden eigen zijn aan de echtgenoot-aandeelhouder bij de vergelijking van de potentiële en reële inkomsten.

7.

“Ik ben gehuwd onder een stelsel van scheiding van goederen dus ben geen alimentatie na echtscheiding verschuldigd”.

Deze stelling is verkeerd.

Voor het berekenen van alimentatie na echtscheiding zal de financiële draagkracht van de echtgenoten in rekening worden genomen, inclusief eventuele voordelen of kosten die via de vennootschap worden gefinancierd, en dit ongeacht onder welk stelsel de echtgenoot-aandeelhouders gehuwd was.

Wat moet u als gehuwde ondernemer regelen ?

Dit hangt af van uw concrete situatie en wensen. We lichten het u graag toe tijdens een vrijblijvende persoonlijke infosessie.

Auteur: Mevrouw Sofie Longerstay, jurist, zelfstandig adviseur familiaal vermogensrecht.

Onroerende voorheffing bij co-ouderschap.

Onroerende voorheffing in Vlaanderen.

De onroerende voorheffing is een jaarlijkse Vlaamse belasting op onroerende goederen die in het Vlaams Gewest liggen. Ze wordt berekend op basis van het kadastraal inkomen. Onroerende goederen zijn gronden, gebouwen en sommige soorten van bedrijfsuitrusting (“materieel en outillage”).

Vermindering bij kinderen ten laste.

In het Vlaams Gewest krijgen ouders met minstens twee kinderbijslaggerechtigde kinderen een vermindering. Dit op voorwaarde dat de kinderen op 1 januari van het aanslagjaar gedomicilieerd zijn op het adres van de woning waarvoor de vermindering van toepassing is.

Bereken zelf uw onroerende voorheffing.

Co-ouderschap ?

Kinderen kunnen maar op één adres hun officiële verblijfplaats hebben, ook al wonen ze na het uiteen gaan van hun ouders afwisselend bij elke ouder. Een co-ouder bij wie het kind niet gedomicilieerd is, kan dus geen vermindering krijgen, zelfs niet gedeeltelijk. Wel kunnen de ouders afspreken dat zij het door de ene genoten voordeel onder hen verdelen.

Discriminatie.

Het Grondwettelijk Hof besliste recent dat het een discriminatie uitmaakt dat alleen de ouder bij wie het kind gedomicilieerd is een vermindering van de onroerende voorheffing krijgt.

Vanaf 2023 komt er daarom een nieuwe regeling.

Brussel en Wallonië

Daar werd de regeling reeds aangepast. In Brussel heeft elke ouder recht op een proportionele vermindering van de onroerende voorheffing in verhouding tot de periode waarin de kinderen effectief bij hem/haar verblijven. In het Waals Gewest krijgen de co-ouders elk de helft van de vermindering.

Wil u meer weten over fiscaliteit bij scheiding, aarzel dan niet om ons te contacteren.

Proefscheiding: Ideale afkoelingsperiode?

Wat is een proefscheiding ?

Wanneer partners twijfelen om te scheiden of het samenleven tijdelijk “ on hold” willen zetten, kunnen zij een adempauze inlassen en een proefscheiding organiseren.

Soms schrikken partners van de relationele gevolgen van een scheiding: ze komen alleen in het leven te staan, ze missen de kinderen want de kinderen verblijven nu ook bij de andere partner,  hun vriendenkring wordt gesplitst …

Ook de financiële gevolgen worden niet altijd even helder ingeschat: kan ik de woning overnemen? Krijg ik een nieuwe lening bij de bank? Hoeveel kinderalimentatie zal er betaald worden?

Een proefscheiding helpt de partners om alles op een rijtje te zetten en de ingrijpende  gevolgen van een scheiding aan de lijve te ondervinden zonder dat er definitieve beslissingen worden genomen.

Het is een afkoelingsperiode waarin er tijd is voor reflectie en zelfzorg en elke partner kan op zijn eigen tempo nagaan of er nog een relatie mogelijk is.

Hoe kan een erkend bemiddelaar u helpen ?

Sommige partners doen bij huwelijksproblemen beroep op een erkend bemiddelaar in familiezaken. Wil u meer te weten komen over bemiddeling bij scheiding klik dan hier.

In heel wat gevallen zijn de partners nog niet zeker of zij definitief willen scheiden (twijfel). Sommige koppels kiezen op dat moment voor een proefscheiding.

Duur van de proefscheiding

Een proefscheiding is geen vrijblijvend gebeuren. Het is belangrijk dat er een einddatum wordt afgesproken tussen partijen. Daarbij kan gedacht worden aan een periode van drie of zes maanden. Ook hier bepalen de partners begin- en einddatum. De partners kunnen dit samen met de bemiddelaar bespreken en tot een vergelijk komen.

Doel van de proefscheiding

Essentieel is dat de partners aan elkaar uitleggen waarom zij willen proef scheiden. Beide partners kunnen elk verschillende beweegredenen hebben en samen met de bemiddelaar mag dit scherp verwoord worden: sommige mensen willen tijd voor zichzelf, willen een rustperiode inlassen en aan zelfzorg doen. Andere partners willen los komen van hun eigen familie of afstand nemen van de invloed van de schoonfamilie. Elk van deze behoeften mag gezien worden en aan bod komen en heeft bestaansrecht. Indien deze wederzijdse behoeften niet kunnen gezien worden door de partners, stelt zich de vraag of een proefscheiding zinvol is.  Bespreek dit samen met de bemiddelaar en neem hiervoor jouw tijd.

Afspraken

In deze periode maken jullie afspraken over de kinderen: blijven de kinderen  in de  woning wonen  en verhuizen de ouders? Of huren jullie of één van jullie tijdelijk een andere woning? Wie  betaalt verder de hypotheek en de huur van de woning/appartement. Hoe verloopt de verblijfsregeling? Behouden jullie de gemeenschappelijke rekeningen en blijven jullie samen bijdragen aan het huishouden? Ook hier is het raadzaam heldere afspraken te maken en in het belang van de kinderen zo weinig mogelijk verandering te installeren gezien het om een relatieve korte periode ( drie of zes maanden ) gaat.

Moeilijker zijn de afspraken tav elkaar: zien jullie elkaar nog regelmatig? Zijn er overlegmomenten? Gaan jullie gezamenlijk nog activiteiten doen? Hebben jullie psychologische bijstand of volgen jullie ondertussen relatietherapie?  Is er tijd en ruimte voor nieuwe ontmoetingen of is er een engagement om geen nieuwe partners te leren kennen? Al deze vragen verdienen een antwoord.

Neem ook hier jouw tijd en bespreek dit samen met de bemiddelaar. Indien jullie willen, organiseren wij tussentijdse evaluatiemomenten tijdens de proefscheiding.

Schriftelijke overeenkomst?

De afspraken worden steeds schriftelijk vastgesteld en ondertekend door de partners in aanwezigheid van de bemiddelaar.  Dit geeft rust en duidelijkheid voor beide partners in deze troebele periode. Jullie kunnen daar op terugvallen wanneer er onduidelijkheden/misverstanden zijn. Loopt de proefscheiding slecht af, dan kunnen jullie de gemaakte afspraken bevestigen of bijstellen in het kader van de scheiding. Weet dat jullie nooit gebonden zijn door de afspraken van de proefscheiding als jullie dit niet willen (vrijblijvend; geen juridische waarde): het gaat om een afgebakende periode met een specifieke invalshoek. De ondertekening van de overeenkomst van proefscheiding is wel een “plechtig” moment bij de bemiddelaar en toont het engagement van beide partners om te kijken wat nog mogelijk is.

Toestemmingsformulier voor reizen met minderjarige kinderen naar het buitenland.

Over wat gaat het ?

Kinderen die:

  • alleen of
  • met volwassenen die niet hun wettelijke voogden zijn of
  • met slechts één van hun ouders

reizen, hebben soms, naast hun eigen geldig identiteitsbewijs, officiële toestemming om te reizen nodig, ondertekend door hun ouders, hun wettelijke voogd(en) of de ouder die niet meereist.

Er bestaan geen EU-regels hierover, elk EU-land beslist zelf of het kind officiële toestemming van zijn of haar ouder(s) of voogd(en) nodig heeft. De precieze regels voor het land waar u naartoe gaat of vandaan komt.

Gescheiden ouders.

Gescheiden ouders die met hun minderjarige kind(eren) naar het buitenland reizen, zorgen best voor een schriftelijke toestemming van de andere ouder. Dit om iedere discussie bij controles van identiteits- en reisdocumenten te vermijden. Reis je alleen met een minderjarige dan heb je een ondertekende reistoelating nodig van de niet-meereizende ouder(s) om te bewijzen dat het niet om kidnapping gaat.

Dit formulier moet ingevuld worden en daarenboven ook afgestempeld en geldig verklaard zijn op het gemeentehuis waar het kind is ingeschreven.

Is zo een formulier verplicht ?

Om kinderontvoering tegen te gaan, heeft u toestemming nodig om met een minderjarig kind te reizen. Bij grenscontrole letten autoriteiten extra op minderjarige kinderen.

Elk land van bestemming heeft zijn eigen wetten met betrekking tot het verkeer van buitenlandse kinderen zonder begeleiding van hun (twee) ouders. Nuttige informatie is te vinden bij de ambassade of het consulaat van het land van bestemming, of bij de reis- of vervoersmaatschappij.

Wat zijn de voordelen ?

De niet-meereizende ouder heeft zelf ook een versie van het document dat ze ondertekend hebben. Daarin staan de concrete gegevens van de reis (bestemming, reisduur, etc) vermeld. Van zodra de verblijfsduur zonder toelating overschreden wordt, kan deze ouder met het document een spoedprocedure opstarten via de familierechtbank. De rechter kan het kind, en de volwassene die het kind achterhoudt, vervolgens laten seinen. De overheidsdiensten, diplomatieke en consulaire posten in het buitenland zullen dan meewerken om het kind op te halen.

Andere familienaam dan de reizende ouder ?

Als het kind en de meereizende ouder niet dezelfde familienaam hebben, is het best om ook een kopie van de geboorteakte mee te nemen om de verwantschapsband te bewijzen.

Ik mag mijn kleinkind niet meer zien, wat nu ?

Jan en Mariette zijn 75 en mogen van de ene op de andere dag hun kleinkinderen Juliette en Josephine niet meer zien. Hun dochter is verwikkeld in een pijnlijke echtscheidingsprocedure met de vader van de kinderen.

De ouders van Juliette en Josephine ruziën al maanden over de verblijfsregeling van de kinderen en raken er niet uit.

Al die tijd blijven Jan en Mariette verstoken van contact met hun kleinkinderen.

Wat kunnen zij ondernemen

1. Overleg met de ouders, vb. via bemiddeling

De grootouders en ouders kunnen proberen om tot een akkoord te komen over het contact van de grootouders met de kleinkinderen. Wanneer de communicatie volledig in het slop zit, kan beroep worden gedaan om een neutrale derde partij zoals een erkend bemiddelaar in familiezaken. De bemiddelaar probeert de communicatie tussen de partijen terug op gang te brengen en motiveert de partijen om hun geschil op te lossen. Een bemiddelaar zorgt voor een veilig klimaat waarin iedereen zijn verhaal kan doen.

Grootouders zijn in moeilijke tijden (vb. een scheiding) nét de steunpilaar voor de kleinkinderen.

2. Een verzoek bij de familierechtbank

Slechts in laatste instantie, als er geen andere oplossing mogelijk is, kunnen de grootouders het contact met hun kleinkinderen afdwingen via de familierechtbank. Het recht op persoonlijk contact tussen grootouders en kleinkinderen staat in het Burgerlijk Wetboek. De Familierechtbank zal nagaan of de partijen toch niet tot een akkoord kunnen komen en de zaak met instemming van alle betrokkenen doorverwijzen naar de kamer voor minnelijke schikking. Lukt dat niet dan zal de familierechtbank zelf oordelen over het contact tussen grootouders en kleinkinderen. Het contact zal enkel worden afgewezen als blijkt dat het niet in het belang van de kinderen is. Grootouders die zich gewoonlijk bekommerden om de kinderen (vb. op woensdagen) maken meer kans op een uitgebreider omgangsrecht. Dit zal al snel een dag om de drie weken zijn en een namiddag om de veertien dagen.

3. Wat wanneer een ouder is overleden ?

Stel dat de moeder van Juliette en Josephine, dochter van Jan en Mariette overleden is. De vader van Juliette en Josephine zal dan als enige het ouderlijk gezag over de kinderen hebben. De kinderen zullen dan voltijds bij hem wonen. Stel dat de vader het contact tussen de grootouders en de kleinkinderen weigert. Ook in dat geval kunnen Jan en Mariette een contact opeisen. Het contact met grootouders bij het overlijden van een ouder is voor kinderen net heel waardevol. Deze grootouders houden de nagedachtenis aan de overleden ouder levend.

Contacteer ons voor meer informatie.